Tijdens de bronstcyclus en bevruchting staan de varkens in een dekstal. Dekstal is een verzamelnaam voor beerhokken, en inseminatiestallen. Dat betekent dat in deze stal de beren en de zeugen apart van elkaar staan en elkaar niet kunnen zien of kunnen ruiken. Hierdoor raken ze niet aan elkaar gewend en daarmee zorg je er voor dat ze meer zin krijgen als ze elkaar zien. Dit doen ze om meer sperma op te kunnen vangen en het insemineren van zeugen makkelijker te maken. De hokken van de beren zijn extra stevig en comfortabel omdat de beren nogal lomp kunnen zijn maken ze dingen sneller kapot. Maar omdat een beer een goede kwaliteit sperma moet afgeven worden de boxen zo’n comfortabel mogelijk gemaakt. De zeugen worden meestal geïnsemineerd omdat je dan meer zeugen tegelijk dragend kan maken. De zeugen worden in de inseminatiestal gehouden en blijven daar nog paar dagen na de inseminatie. Daarna gaan ze naar de zeugen stal.

Zeugen in de dekstal