De biggen blijven bij de zeug tot ze 28 dagen oud zijn. Dan word de moeder weggehaald. De biggen blijven ongeveer 4 weken in het kraamhok. Daarna als ze ongeveer 7 kilo wegen gaan ze naar de gespeende biggenstal. Daar blijven de biggen tot dat ze 11 weken oud zijn. Het gewicht van een 11 weken oude big is ongeveer 25 kilo. In de hokken zijn er speeltjes aanwezig om de biggen te socialiseren en bezig te houden, dit is verplicht. Rond de 11 weken wordt ook over het lot van de big beslist. Er wordt namelijk een keuze gemaakt of het varken gebruikt wordt voor het fokproces of dat het voor de slacht gehouden wordt. De meeste biggen zijn bedoeld voor de slacht. Beren worden zelden voor het fokken gebruikt omdat tegenwoordig vaak kunstmatig geïnsemineerd wordt. De meeste beren worden dus als big al gecastreerd. Soms wordt er besloten om toch een of twee beren te houden als ‘zoekberen’, zij gaan dan als ze volwassen zijn helpen om de bronstige zeugen op te sporen. De varkens die voor de slacht gehouden worden gaan naar de slachtstal totdat ze voldoende gewicht hebben. Meestal ligt dit gewicht tussen de 115 en 120 kilo. Wanneer ze dit gewicht hebben bereikt zullen ze naar het slachthuis worden gebracht.
Zeugen die nog nooit geworpen hebben worden gelten genoemd. De gelten worden in de geltenstal gehouden tot dat ze oud genoeg zijn om geïnsemineerd te worden. Dit is meestal als ze 8 maanden oud zijn. Als ze geïnsemineerd zijn dan gaan ze naar de zeugenstal en zullen dan daar blijven tot de week voor de uitgerekende datum. (http://www.varkensbedrijfneimeijer.nl/biggenstal.html, 2016)
Tijdens de opfok krijgen de gelten 2x per dag brokken te eten. De slachtvarkens krijgen vaak nat voer omdat het goedkoper is en de varkens hoeven dan minder te drinken. Het nat voer bestaat uit aardappelschillen en hulzen van granen. In dit nat voer kunnen schadelijke bacteriën zitten, daarom is het belangrijk dat dit eerst gekookt wordt voordat het aan de varkens wordt gegeven.
Maak jouw eigen website met JouwWeb